Michel Baars: de alternatieve sloper en de stad als grondstofmijn

[bron: cobouw.nl]
Hij is geen sloper. Hij is ook geen duurzaamheidsgoeroe. Hij oogst afgeschreven bouwmaterialen uit afgedankte gebouwen en geeft die een tweede leven. Michel Baars ziet de stad als grondstofbank. Zijn bedrijf New Horizon groeit als kool, aan afnemers geen gebrek. Er is echter een probleem. “Ik heb te weinig donorgebouwen.”

Hij sloopt niet maar oogst. Noemt zichzelf een urban miner en ziet de stad als grondstofbank. Maar de balans is uit balans, signaleert Michel Baars.

“Vrachtwagens vol afgedankte bouwmaterialen rijden de stad uit richting de afvalberg. En evenveel vrachtwagens met nieuwe bouwmaterialen rijden de stad weer in. Als de stad een bedrijf was. En ik de directeur. Dan zou ik willen weten wat er mijn terrein afgaat en oprijdt. Het is toch best lullig dat je in feite je eigen grondstoffen terug moet kopen.”

Jarenlang werkte Baars bij Search. Het bedrijf ging naar de beurs. Hij past niet bij een beursgenoteerd bedrijf, ontdekte hij en dus begon hij een eigen onderneming: New Horizon. Een nieuwe horizon. Letterlijk. Voor hemzelf en voor al die afgedankte gebouwen die eigenlijk al jaren wachten op de sloopkogel.

Michel Baars

“Mijn drijfveer? Ik heb een hekel aan verspillen. We verspillen al zoveel. Je schiet er geen flikker mee op. En eigenlijk vindt niemand verspillen leuk. Het is waardeloos. Of het nou gaat om tijd, talent, grondstoffen of energie. Vaak verspillen we zonder dat we er zelf erg in hebben. En met de huidige snelheid van besluiten nemen wordt dat probleem alleen maar groter.”

‘Dit naar de afvalberg? Kan niet waar zijn’

Baars is ook geen heilige, geeft hij grif toe. “Gisteren nog. Mijn televisie viel uit. Direct keek ik op mijn horloge of het nog geen tien uur was. Dan weet je namelijk zeker dat je de nieuwe televisie de volgende dag binnen hebt. Maar ik besef het misschien wel iets meer dan de gemiddelde Nederlander. Daarom neem ik onze opdrachtgevers altijd mee naar hun eigen gebouw om er met andere ogen naar te kijken. Voor hen is het afgeschreven. Zij zijn er ook allang klaar mee. Wij zien echter allemaal materialen die je prima een nieuw leven kunt geven. En binnen vijf minuten zijn ze om. Dat dit allemaal op de afvalberg belandt. Kan niet waar zijn, zeggen ze dan.”

Zijn businessmodel? Slopen zonder verspilling. Hij maakt deals met vastgoedeigenaren en corporatiedirecteuren. Hij sloopt en krijgt de materialen, en aan de achterkant geeft hij die materialen weer een tweede leven. Het gaat boven verwachting goed.

“Sinds de officiële oprichting (september 2015) ontmantelden of stripten we zeshonderd woningen en tussen de 60.000 en 70.000 vierkante meter kantoor. Soms laten we in opdracht het casco van het gebouw staan en maken we het klaar voor herbestemming. Dit jaar heb ik onze aanpak opschaalbaar gemaakt. Zo zijn we samenwerkingen aangegaan met groothandels en producenten, ofwel het Urban Mining Collective.”

Massa maken

Volume creëren is een vereiste, stelt Baars die begon als een ‘alternatieve sloper’. “Ik wilde zo snel mogelijk de regie hebben over vrijkomende grondstoffen in de bebouwde omgeving. Het grote verhaal is natuurlijk veel breder. Mijn bedrijf leidt nu innovaties met het Urban Mining Collective, brengt nieuwe circulaire producten naar de markt en voert fundamentele veranderingen door in de traditionele bouwkolom.”

Tegen sloopbedrijven is hij niet, hij heeft ze nodig. “Maar het is wel een versnipperd speelveld met veel sloopbedrijven. Er zijn er weinig met meer dan 15 miljoen euro per jaar, gelukkig haal ik dat, maar als je weet dat er voor een paar honderd miljoen euro per jaar gesloopt wordt, maken wij nog onvoldoende het verschil. Ik wil geen grappig alternatief blijven. Ik wil iets veranderen. Volgens jaar verdubbelen we. Dat staat al in de planning zelfs. Dus wellicht is nog een snellere groei goed mogelijk.”

Zijn aanpak ontgaat maar weinigen. Televisieprogramma Brandpunt maakte vorige week nog een portret van de man die ‘tweedehands’ bouwmaterialen leverde aan het circulaire paviljoen van ABN-AMRO, Circl.

“Van dat soort opdrachtgevers moet ik het hebben. Tot nu toe werkte ik veel voor relaties die mij al langer kennen. Fantastisch natuurlijk, maar ik heb nog meer belang bij ambassadeurs zoals corporatie Woonbron, die aan andere corporaties uitlegt waarom deze aanpak loont.”

‘Ik bleek goedkoper dan traditionele slopers’

De Rotterdamse corporatie Woonbron heeft een enorme sloopopgave (400 woningen de komende jaren). Het duurde even voor ze overtuigd waren van zijn aanpak. “Dat is een risicovolle activiteit, zeiden ze tijdens de eerste gesprekken. Bij sloop komt vaak asbest vrij, of blijken vleermuizen aanwezig, en bodemverontreiniging vraagt vaak ook om extra investeringen… Wij slagen er maar niet in dat onder controle te krijgen. Geef mij dan de regie over jullie grondstoffen, zei ik. Ik mocht niet duurder zijn. Deed een aanbieding. Ik bleek een stuk goedkoper dan traditionele slopers. En dat gaat niet om een paar tientjes maar om serieuze hoeveelheden geld.”

En toen?

“Toen heb ik de belofte van mijn bedrijf vastgesteld: Het is niet duurder, het duurt niet langer, het is leuker en meer circulair. Kort en goed is de samenwerking nu zo dat Woonbron alleen de onttrekkingsvergunningen regelt. Daarna doen wij alles.”

Baars kan alleen werken met “voorspelbare volumes”, zodat hij kan investeren in ‘productvernieuwing’. “Zo werk ik samen met een Limburgse steenfabriek. Ik lever de grondstoffen, zij de bakstenen. Vervolgens ga ik terug naar opdrachtgevers en bied ik ze die stenen aan voor een nog scherpere prijs als wij de sloop mogen uitvoeren.”

Hij groeit zo hard, dat hij nu te weinig grondstoffen heeft om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen. “Ik ga nu dus volop acquireren op sloop. Op zoek naar donorgebouwen. Corporaties staan echter nog niet in de rij. Ze moeten echt nog overtuigd worden. Maar ik ben ervan overtuigd dat we ze kunnen overtuigen. Is het niet op circulaire argumenten, dan gewoon over de financiële as.”

Kun je eigenlijk alles hergebruiken?
“Overal zijn oplossingen voor, maar sommige moeten we nog bedenken. Zo worstelen we nog met kabels, een ontzettend grote afvalstroom. Dat geldt ook voor systeemplafondplaten. Ik heb voor 150.00 vierkante meter in gebouwen zitten, maar dat past niet in mijn garage en ik zou er ongelooflijk ziek van zijn als we dat als afval moeten afvoeren. Ik ben ook eigenaar van 100.000 vierkante meter gelijmd tapijt. Ook daar weet ik me nog even geen raad mee.”

Hergebruik van deuren is ook een probleem. “Met iedere wijziging van het Bouwbesluit maakt de regelgever deuren 10 centimeter hoger. Ik begrijp dat niet, vind ze al hoog genoeg. Op de professionele markt kan ik die dus niet kwijt. Nu probeer ik het op de particuliere markt via zes grote kringloopketens. Sloten in deuren, anders dan de klink, zijn op hun beurt weer prima her te gebruiken. Daar mankeert niets aan. Hetzelfde geldt voor magneetsluiters, branddeuren, brandhaspels en schakelkasten. En van beton, steenpuin en glas maken we nieuw beton, honderd procent circulair. Het zand, grind en cement halen we eruit.”

Absurde bouwregels en kabelboeren

Het perspectief ziet er goed uit, maar er in de vergeten stad als ‘goudmijn’ is nog een wereld te winnen, blijkt uit het gesprek met Baars. Regels die in zijn voordeel zouden moeten uitpakken, worden nauwelijks nageleefd (sloopmelding met grondstofinventarisatie) en anderzijds is ook het Bouwbesluit niet circulairproof.

Samen met studenten van de TU Delft gaat Baars daarom op zoek naar specificaties in de regels die er, volgens hem, alleen zijn ingekomen onder druk van marktpartijen. Hij noemt een voorbeeld: de brandveiligheid van kabels. Hij dacht slim te zijn, de industrie werkt hem tegen.

“80 euro per meter. Sta ik daar met een sloper. Wat zie jij, vraag ik. Koper, zegt hij. Ik zie een kabel die ik wil hergebruiken, 60 euro per meter. Ik kreeg het deksel op de neus. De industrie heeft hergebruik van kabels inmiddels geblokkeerd. Die zijn niet brandveilig, zeggen zei. Ik heb er honderdduizend euro voor over om het tegendeel te bewijzen. En anders trek ik er gewoon een kous om, die de brandveiligheid garandeert.”

Hip and happening

Zo zijn er nog wel meer bedreigingen voor de man die met zijn afval is grondstof-model geen uit de hand gelopen grapje wilt blijven. Eindeloos debatteren bijvoorbeeld, over de definitie van zijn tak van sport.

“Nu is circulair denken hip and happening. Maar dit onderwerp moeten we gewoon vanuit de businesskant benaderen. Niet weer moeten we in dat hoekje van duurzaamheid komen, een niche. Hergebruik van grondstoffen hoort op de Zuidas thuis, in managementteams en op het hoofdpodium van de Provada. Het levert namelijk geld op.”

Superfrustrerend

We naderen het eind van het gesprek. Nog een vraagje dan. Is het regeerakkoord voldoende circulair? Baars hinkt op twee gedachten. “Een paar dingen vind ik bemoedigend. Zo vind ik de keuze voor een minister voor economie en klimaat echt top en strak geregeld. Maar het is superfrustrerend dat mijn opdrachtgevers over gebruikte grondstoffen btw moeten betalen. Daar hebben ze allang voor betaald. Voor corporaties vonden we binnen de bestaande belastingregels een oplossing met fiscalisten, maar bij btw-plichtige opdrachtgevers werkt dat niet.”

Hij laat zich er niet door afleiden. Als een ’groene’, vriendelijke bulldozer dendert Baars door in de mijnen van de stad. En al is de situatie nog zo uitzichtloos, Baars ziet, en creëert een andere horizon. Energieneutraal in 2050? Deze ondernemer kan weinig met dit soort abstracte doelstellingen.

“Weliswaar zet het bestuurders en gemeenten aan het nadenken, maar ik zie vooral de nadelen die aan dit soort doelstellingen kleven. 2050? Vertel het in 2045 nog een keer, zullen de meesten reageren. Het is tijd voor een praktische invulling. Ieder uur moet vanaf nu raak zijn.”